Schmits Nederland BV te Almelo (hierna: Schmits) en Allinova BV te Hengelo (hierna: Allinova) gaan materialen ontwikkelen op basis van natuurlijke polymeren. Hierbij worden bij hoge temperaturen onder hoge druk biogebaseerde polymeren in water gedispergeerd en gemodificeerd. Uit een MIT-haalbaarheidsstudie is reeds gebleken dat biogebaseerde polymeren kunnen voldoen als basis voor watergedragen dispersies. Beide partners zien de uiteindelijke watergedragen dispersies als nieuwe, duurzame producten met legio toepassingsmogelijkheden. Ook sluit het project goed aan op de vraag naar ‘groene’ producten. Deze trend is in de textielsector goed terug te zien. Op dit moment wordt op natuurlijke materialen een formulering op basis van oliegebaseerde grondstoffen gebruikt, bij gebrek aan alternatieven. Het natuurlijke aspect heeft hier flink onder te lijden. Indien Schmits en Allinova hier een gezamenlijke oplossing voor kunnen bieden, ontstaan er enorme kansen. Biogebaseerde polymeren zijn daarbij breed toepasbaar, wat mede ingegeven wordt door de huidige vraag naar duurzame en groene stromen. Hierbij kan gedacht worden aan een natuurlijk materiaal dat gebonden wordt met een biogebaseerde polymeerdispersie. Hierdoor is het toepasbaar als bijvoorbeeld verstevigingsmateriaal of vormdeel in o.a. de bouw- en automotive sector. Het is echter ook geschikt als backing voor matten en als binden van vliezen (als afdekmateriaal en achteraf composteerbaar). Een belangrijke afzetmarkt is tevens de kunststofverwerkende industrie. Kunststof en rubber worden steeds meer in auto’s toegepast om gewicht en dus brandstof te besparen, dit heeft vanzelfsprekend een positief effect op het milieu. De keerzijde is dat de huidige kunststoffen niet biologisch afbreekbaar zijn, waardoor recycling steeds belangrijker wordt. Met het slinken van de olievoorraden is het hoe dan ook noodzakelijk te converteren naar biomaterialen als grondstof voor nieuwe kunststoffen. Kunststoffen worden zo biologisch afbreekbaar of beter recyclebaar en belasten daardoor het milieu en dus onze leefomgeving minder. Voor composieten geldt in feite hetzelfde. Indien een natuurlijk materiaal gebonden kan worden met een biogebaseerde polymeerdispersie, ontstaat een groener alternatief voor bijvoorbeeld traditionele textiel- of glasvezeltoepassingen. De huidig beschikbare polymeren zijn veelal niet geschikt voor productie in kleinere hoeveelheden, terwijl de gewenste kwaliteit vaak bij lange na niet worden gehaald. Er zijn daarbij nauwelijks producenten van in water gedispergeerde biogebaseerde polymeren. Het project bestaat uit de vier werkpakketten (1) onderzoek en ontwikkeling (2) labschaaltesten en bemonstering (3) herontwikkeling en hertesten (4) opschaling en borging resultaten. Het project sluit naadloos aan op het MKB-innovatiestimuleringsplan 2015 voor de topsector HTSM, waarbij in de roadmap Hightech Materials (pagina 19) op het belang wordt gewezen naar het beter begrijpen van materialen en hun eigenschappen tijdens productie, verwerking, gebruik en hergebruik en het reduceren van kosten. Vanzelfsprekend is er ook een duidelijke koppeling te leggen met de landelijke topsector chemie. In dat MKB-innovatiestimuleringsplan 2015 wordt ingezet op advanced materials. Centraal staan innovaties die gericht zijn op de productie van polymere materialen (zoals kunststoffen of bioplastics). Biobased grondstoffen bieden kansen om de afhankelijkheid van fossiele grondstoffen te verminderen en een bijdrage te leveren aan duurzaamheid. Dit project sluit hier naadloos op aan en draagt op die wijze bij aan de transitie naar een biobased economy. Binnen het innovatiethema Biobased Materials van het doorsnijdende thema Biobased beoogt men eveneens de ontwikkeling van biobased materialen en de daarvoor benodigde ingrediënten met veelal zeer brede toepassingsmogelijkheden. In de ontwikkelingsrichtingen naar biobased materialen betreft één van de twee hoofdrichtingen de ontwikkeling van materialen op basis van natuurlijke polymeren. Die spelen in dit project een nadrukkelijke rol.
