Het werkelijke energiegebruik van woningen valt altijd tegen vergeleken bij de voorspellingen. In dit onderzoek wordt de onderlinge beïnvloeding in de driehoek comfortbeleving, gedrag en techniek op individuele basis onderzocht. Dit moet leiden tot betere voorspellingen en besparingen in het energiegebruik.
Aanleiding: verwachting energiebesparingsmaatregelen
Voor de financiering van energiebesparingsmaatregelen en duurzame energietechnieken van woningbouw is een goede voorspelling van de verwachte besparingen, en daarmee de terugverdientijd van de investeringen, essentieel.
Deze voorspellingen worden nu gebaseerd op de eigenschappen van de bebouwing, de installaties en een aantal gemiddelden, waaronder de gemiddelde temperatuur en vooral ook de gemiddelde bewoner. In de praktijk valt het werkelijke energiegebruik altijd tegen omdat afwijkingen van het gemiddelde de optimale instelling van de installaties teniet doen. Het gedrag van de bewoners speelt hier een sleutelrol in.
Invloeden werkelijke energieverbruik
Het werkelijke energieverbruik wordt beïnvloed door:
- Het buitenklimaat
- De gebouwschil
- De gebouwinstallatie
- De bewoning
- Het gedrag van de bewoners
- Het beheer en onderhoud aan de woning
- Het gerealiseerde binnenklimaat resulterend in het thermisch comfort en de lichtsensatie
Alleen al fysiologische verschillen tussen mensen(leeftijd, gewicht, sekse, activiteiten) zorgen voor een grote spreiding in de comfortbeleving.
Doel: interactie tussen individuele comfortbeleving en techniek
Het doel van dit onderzoek is inzicht bieden in de interactie tussen 1) individuele comfortbeleving (thermisch en licht) 2) het gedrag en 3) de mogelijke reacties op die comfortbeleving en 4) de techniek die individueel gedrag ook mogelijk maakt.
Voorspelling energiegebruik op huishoudenniveau
Uiteindelijk moet op huishoudenniveau een zo betrouwbaar mogelijke voorspelling van het energiegebruik gemaakt kunnen worden. Het gedrag en energiegebruik van de bewoners van een aantal huishoudens in speciaal te bouwen proefwoningen in Heerlen zal op individuele basis worden geanalyseerd.
Een belangrijk onderdeel van het onderzoek is informatietechnologie, die terugkoppeling geeft aan de bewoners. Dit kan het directe energiegebruik zijn, maar ook bijvoorbeeld gevolgen voor de portemonnee of het milieu. De vraag is steeds: wat werkt het beste?
Winst: 75 tot 80 Petajoul per jaar
Het besparingspotentieel bedraagt na implementatie van de resultaten circa 75 tot 80 PJ/jaar.
Download Architectural Science Review Building and occupant energetic
Titel: | Individu Gerichte Informatie Technologie voor Energiezuinig Wonen |
Penvoerder: | Universiteit Maastricht |
Contactpersoon: | De heer W.D. van Marken Lichtenbelt |
Adres: | Postbus 616, 6200 MD MAASTRICHT |
Telefoonnummer: | 043-388 1629 |
E-mail: | markenlichtenbelt@hb.unimaas.nl |
Website: | www.hb.unimaas.nl |
Partners: | Technische Universiteit Eindhoven, Rijksuniversiteit Groningen, Hogeschool Zuid, Cauberg-Huygen RI B.V. en E. Haas en partners. |
Looptijd: | 1 september 2010 – 31 augustus 2014 |
EOS-regeling: | Lange Termijn |
Projectnummer: | LT10033 |