MIT-Haalbaarheidsstudie

Ondanks de inspanning van Nederlandse waterbeheerders om afvalwater te zuiveren, bevatten afvalwaterstromen vaak nog grote hoeveelheden voedingstoffen (stikstof, fosfaat) en moeilijk afbreekbare organische verbindingen zoals micro-plastics, bestrijdingsmiddelen, hormonen en medicijnresten. Dit effluentwater wordt op het oppervlaktewater geloosd. Dit is een verspilling van waardevolle restproducten en een zware belasting voor het ecosysteem. Een innovatieve bioreactor op basis van algen en mosselen kan mogelijk een belangrijke aanvulling vormen op de beschikbare technologie om afvalwater te zuiveren van verontreinigende stoffen. In deze bioreactor nemen algen voedingsstoffen en micro-verontreinigen zoals medicijnresten op in hun cellen. De algen en andere deeltjes worden vervolgens door levende zoetwatermosselen op een energie-neutrale manier uit het water gefilterd. De algen en afvalstoffen uit de afvalstroom worden door de groeiende mosselen in biomassa en slib omgezet dat uiteindelijk kan worden hergebruikt, bijvoorbeeld in slibvergistingsinstallaties, of als eiwitbron. Een dergelijke bioreactor kan op deze wijze de resthoeveelheid milieubelastende stoffen die geloosd wordt sterk verminderen en een bijdrage leveren aan het recyclen van deze stoffen.

De werking van de bioreactor is op kleine schaal aangetoond. De volgende fase in het opschalen van de toepasbaarheid van de bioreactor is een haalbaarheidsstudie waarin technologische aspecten (o.a. biochemische achtergronden, zuiveringsefficiëntie, schaalgrootte) en het economisch perspectief centraal staat (o.a. marktpotentie, kosten/baten analyse t.o.v. andere beschikbare zuiveringstechnologie).